Mettwurst is een soort Rohwurst, of ongekookte worst, waarvan het bestaan zo’n 500 jaar geleden voor het eerst werd opgetekend. Hij wordt gemaakt van gemalen varkensvlees en fijngehakt rundvlees en wordt, net als salami, gepekeld en koud gerookt of aan de lucht gedroogd. Mettwürste zijn meestal lang en dun, hoewel dit varieert van regio tot regio, en hun darmen zijn over het algemeen gemaakt van ofwel varkens- of runderdarm.
Er zijn ook regionale variaties in hun vleesinhoud en bereiding. Het magere varkensvlees kan fijn of grof worden gemalen, in verschillende verhoudingen worden gemengd met rundvlees en/of buikspek, spek of zelfs kalkoen, en de worsten worden gedurende verschillende perioden gerookt. Mettwürste, die langer worden gerookt, zoals in het noorden van Duitsland gebruikelijk is, zijn harder, met een vel dat bevredigend tussen de tanden knapt wanneer je erin bijt. In het zuiden van het land worden Mettwürste vaak veel korter gerookt, waardoor de worst zo zacht wordt dat ze smeerbaar is*.
Het rookproces geeft Mettwürste een zeer sterke smaak, die nog wordt aangevuld met regionaal verschillende kruiden. Ze kunnen niet alleen worden gekruid met knoflook, peper en kruiden zoals komijn, marjolein of foelie, maar ook met alcohol, van rum (Braunschweiger Mettwurst) tot cognac (de versie uit Saksen).
Hoe eet men een Mettwurst
Mettwürste zijn zeer geliefd als snack, gegeten zoals ze zijn met een sneetje brood. De stevigere worstvarianten worden ook gebruikt in soepen en stoofschotels, of gekookt en geserveerd met kool of boerenkool.