Cochrane

Wat is abdominale tuberculose en waarom is de duur van de behandeling belangrijk?

Abdominale tuberculose (TB) is een vorm van TB die de darm, het buikvlies (de bekleding van de buikholte), abdominale lymfeklieren en, in zeldzamere gevallen, de vaste organen in de buik (lever, pancreas en milt) aantast. Abdominale TB leidt tot ernstige ziekte bij volwassenen en kinderen, en kan complicaties veroorzaken, zoals een darmruptuur, die tot de dood kan leiden.

De meeste huidige richtlijnen bevelen aan om mensen met abdominale TB gedurende zes maanden te behandelen met antituberculeuze behandeling (ATT), maar sommige clinici behandelen langer vanwege de bezorgdheid dat zes maanden niet voldoende is om genezing te bereiken en terugval van de ziekte na het einde van de behandeling te voorkomen. Langere ATT-regimes hebben nadelen: patiënten kunnen het moeilijker vinden om zich aan de tabletten te houden; patiënten worden langer blootgesteld aan het risico van bijwerkingen van ATT; en de kosten voor de gezondheidszorgstelsels en voor patiënten zijn hoger.

Wat het bewijs laat zien

Cochrane-onderzoekers onderzochten het beschikbare bewijs tot en met 2 september 2016. We includeerden drie trials met 328 deelnemers die ATT van zes maanden vergeleken met ATT van negen maanden; twee waren afkomstig uit India en één was afkomstig uit Zuid-Korea. De trials waren overwegend van hoge kwaliteit, hoewel twee zorgen hadden over risico op bias voor het detecteren van terugval van de ziekte. Alle trials includeerden HIV-negatieve volwassenen met TB van de darm (gastro-intestinale TB), en één includeerde ook TB van het buikvlies (peritoneale TB).

De resultaten laten zien dat terugval een ongewoon voorval was, maar we zijn niet zeker of er een verschil is tussen de zes- en negen-maanden-groepen omdat het aantal deelnemers klein is (bewijs van zeer lage kwaliteit). Regimes van zes en negen maanden zijn waarschijnlijk even effectief wat betreft de kans op genezing (bewijs van matige kwaliteit). Overlijden was zeldzaam in beide groepen, en alle sterfgevallen deden zich voor tijdens de eerste vier maanden van de behandeling, wat suggereert dat de duur van de behandeling geen effect had op het risico op overlijden. Weinig mensen hadden een slechte therapietrouw, en weinig deelnemers hadden bijwerkingen die leidden tot het stoppen of veranderen van hun behandeling, en het was niet mogelijk om een verschil tussen de groepen te detecteren.

Regimes van zes maanden zijn waarschijnlijk even goed als regimes van negen maanden in termen van het aantal mensen dat geneest. We hebben geen aanwijzingen gevonden dat zesmaandsregimes minder veilig zijn voor gastro-intestinale en peritoneale TB dan negenmaandsregimes, maar we weten nog steeds niet of er een verschil is in risico op herval tussen de twee regimes. Verdere studies zijn nodig om ons vertrouwen te vergroten of zes-maanden-regimes even goed zijn als negen-maanden-regimes voor het voorkomen van terugval; en om informatie te verstrekken over de behandeling van abdominale TB bij kinderen en bij mensen met HIV.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.