Doel: Deze wetenschappelijke verklaring geeft een overzicht van het bewijsmateriaal over aanbevelingen voor lichaamsbeweging en lichaamsbeweging voor mensen die een beroerte hebben overleefd. Er zijn aanwijzingen dat overlevenden van een beroerte fysieke deconditionering ervaren en een sedentaire levensstijl leiden. Daarom dient deze bijgewerkte wetenschappelijke verklaring als een algemene leidraad voor beroepsbeoefenaars om een beter inzicht te krijgen in de voordelen van lichaamsbeweging en aanbevelingen voor het voorschrijven van lichaamsbeweging aan overlevenden van een beroerte in alle stadia van herstel.
Methoden: Leden van de schrijfgroep werden benoemd door de American Heart Association Stroke Council’s Scientific Statement Oversight Committee en de American Heart Association’s Manuscript Oversight Committee. De schrijvers gebruikten systematische literatuurreviews, verwijzingen naar gepubliceerde klinische en epidemiologische studies, morbiditeits- en mortaliteitsrapporten, klinische en volksgezondheidsrichtlijnen, gezaghebbende verklaringen, persoonlijke dossiers en de mening van deskundigen om bestaand bewijs samen te vatten en hiaten in de huidige kennis aan te geven.
Resultaten: Lichamelijke inactiviteit na een beroerte is zeer prevalent. Het beoordeelde bewijsmateriaal ondersteunt duidelijk het gebruik van oefentraining (zowel aërobe als krachttraining) voor overlevenden van een beroerte. Oefentraining verbetert de functionele capaciteit, het vermogen om activiteiten van het dagelijks leven uit te voeren, en de kwaliteit van leven, en het vermindert het risico op latere cardiovasculaire gebeurtenissen. Lichamelijke activiteit doelen en oefening voorschrift voor beroerte overlevenden moeten worden aangepast aan het individu om de naleving op lange termijn te maximaliseren.
Conclusies: De aanbeveling van deze schrijfgroep is dat fysieke activiteit en bewegingsvoorschrift moeten worden opgenomen in de behandeling van overlevenden van een beroerte. De bevordering van fysieke activiteit bij beroerte-overlevenden moet de nadruk leggen op aërobe activiteit van lage tot matige intensiteit, spierversterkende activiteit, vermindering van sedentair gedrag, en risicobeheer voor secundaire preventie van beroerte.