Hoewel er veel variaties zijn (beide spiegels sferisch, beide spiegels asferisch, of een van elk) kunnen ze worden verdeeld in twee hoofdtypen: compact en niet-compact. Bij de compacte vorm bevindt de correctieplaat zich op of nabij het brandpunt van de hoofdspiegel. Bij de niet-compacte vorm blijft de correctorplaat op of nabij het krommingspunt (tweemaal de brandpuntsafstand) van de primaire spiegel. Compacte ontwerpen combineren een snelle primaire spiegel en een kleine, sterk gebogen secundaire. Compacte ontwerpen hebben een primaire spiegel met een brandpuntsafstand van ongeveer f/2 en een secundaire met een brandpuntsafstand van bijna f/5, wat een systeembrandpuntsafstand van ongeveer f/10 oplevert.
Niet-compacte ontwerpen houden de corrector in het middelpunt van de kromming van de primaire spiegel. Een zeer goed gecorrigeerd type is de concentrische (of monocentrische) Schmidt-Cassegrain, waarbij alle spiegeloppervlakken en het brandpuntsvlak concentrisch zijn tot één punt: het krommingspunt van de primaire spiegel. Optisch geven niet-compacte ontwerpen een betere aberratiecorrectie en een vlakker veld dan de meeste compacte ontwerpen, maar ten koste van een langere buislengte.