Tijdens de oorlog van 1812 had de 35-jarige Francis Scott Key, advocaat en amateur-dichter, een ontmoeting met Britse militaire leiders aan boord van het Britse schip HMS Tonnant om te pleiten voor de vrijlating van een goede vriend die gevangen was genomen. Helaas hoorde Key bepaalde details van de Britse plannen voor een op handen zijnde aanval op Baltimore. De Britten besloten hem gevangen te houden tot na de slag.
Als tijdelijk gevangene kon Key niets anders doen dan toekijken hoe de Amerikaanse strijdkrachten in Fort McHenry in de nacht van 13 september 1814 door de Britten werden gebombardeerd. Gedurende de hele nacht zag hij dat de kleine stormvlag van het fort bleef wapperen. Hoewel de Britten het fort 25 uur lang bombardeerden, waren ze niet in staat het te vernietigen.
Toen de rook ’s morgens optrok, keek Key in de richting van Fort McHenry om te zien of de vlag er nog stond. Hij was dolgelukkig te zien dat de kleinere stormvlag was vervangen door een grotere Amerikaanse vlag, die nog steeds triomfantelijk wapperde.
Verrast en geïnspireerd door de aanblik van de Amerikaanse vlag die nog steeds boven het fort wapperde, begon Key op de ochtend van 14 september een gedicht te schrijven met de titel “Defence of Fort McHenry”. Hij krabbelde de eerste verzen op de achterkant van een enveloppe. Nadat hij was teruggekeerd naar Baltimore, voltooide hij het gedicht in zijn kamer in het Indian Queen Hotel op 16 september.
Hij liet zijn gedicht vervolgens zien aan zijn zwager, rechter Joseph H. Nicholson. Nicholson raadde aan de woorden op de melodie te zetten van “The Anacreontic Song,” ook wel “To Anacreon in Heaven,” een populair Brits lied gecomponeerd door John Stafford Smith.
Op 20 september 1814 drukten de Baltimore Patriot en The American het lied af. Kort daarna publiceerde Thomas Carr, eigenaar van een muziekwinkel in Baltimore, de woorden en muziek samen met de naam “The Star-Spangled Banner.”
Hoewel “The Star-Spangled Banner” snel populair werd bij de Amerikanen, kreeg het pas vele jaren later officiële erkenning als het volkslied. In 1916 beval president Woodrow Wilson dat het gespeeld moest worden bij alle militaire functies.
Op 3 maart 1931 tekende president Herbert Hoover een wet die “The Star-Spangled Banner” tot het officiële volkslied van de Verenigde Staten maakte. Sommige mensen vieren 3 maart elk jaar als onofficiële National Anthem Day.
Het lied staat erom bekend dat het moeilijk te zingen is vanwege het grote bereik – anderhalf octaaf. Het is ook bekend dat zangers af en toe de woorden vergeten, waardoor sommigen ervoor kiezen het lied vooraf op te nemen en te lip-syncen in plaats van het live uit te voeren.
Het is een oude traditie geworden om “The Star-Spangled Banner” te spelen aan het begin van openbare sportevenementen en andere openbare bijeenkomsten in de Verenigde Staten.