links: Francis Cugats originele gouache-schilderij voor The Great Gatsby. rechts: een eerste editie van het boek (afbeelding: USC)
Het is een van de meest herkenbare boekomslagen in de geschiedenis van de Amerikaanse literatuur: twee droevige vrouwenogen en felrode lippen driftig in het diepe blauw van een nachtelijke hemel, onheilspellend zwevend boven een skyline die gloeit als een carnaval. Dit spookachtige beeld, dat verdriet en overdaad oproept, is zo onlosmakelijk verbonden met The Great Gatsby dat het 88 jaar na het debuut nog steeds de omslag van F. Scott Fitzgeralds meesterwerk siert. Dit iconische kunstwerk werd gemaakt door de Spaanse kunstenaar Francis Cugat.
Er is weinig bekend over Cugat -ook bekend als Francisco Coradal-Cougat- en de omslag van Gatsby, waarvoor hij het vorstelijke bedrag van $100 kreeg, was de enige die hij ooit ontwierp. In een essay uit 1991 over het verband tussen het boek en zijn omslag, bracht uitgever Charles Scribner III, die de omslag na een afwezigheid van 40 jaar voor zijn klassieke uitgave van het boek in 1979 nieuw leven inblies, de ontwikkeling van het werk in kaart vanaf het oorspronkelijke ontwerp tot de uiteindelijke gouache schildering van de onthechte blik. Scribner merkt op dat de oorsprong enigszins ongebruikelijk is in die zin dat de omslagkunst werd ontworpen voordat het manuscript klaar was, wat resulteerde in een soort samenwerking tussen de kunstenaar en de schrijver die wellicht een van de meer prominente literaire symbolen in de Amerikaanse literatuur heeft opgeleverd.
In een brief aan redacteur Max Perkins, verzocht Fitzgerald, wiens manuscript te laat was, dat de kunst voor hem zou worden bewaard. “Geef in godsnaam niemand dat jasje dat je voor me bewaart,” schreef Fitzgerald, “ik heb het in het boek geschreven.” Het is niet duidelijk wat Fitzgerald hier precies mee bedoelde, maar algemeen wordt aangenomen dat dat spookachtige beeld van Cugat werd gerealiseerd in de vorm van het steeds terugkerende reclamebord voor oogarts Dr. T.J. Eckleburg dat waakt over een van de climactische momenten van Fitzgeralds werk:
“De ogen van dokter T. J. Eckleburg zijn blauw en gigantisch – hun irissen zijn een meter hoog. Ze kijken niet uit een gezicht, maar uit een enorme gele bril die over een niet-bestaande neus loopt. Waarschijnlijk heeft een oogarts ze daar neergezet om zijn praktijk in het stadsdeel Queens te verrijken, en is toen zelf in eeuwige blindheid verzonken, of is hij ze vergeten en weggegaan. Maar zijn ogen, een beetje gedimd door vele verfloze dagen, onder zon en regen, broeden verder over de plechtige dumpplaats.”
Natuurlijk zijn er een aantal duidelijke verschillen tussen de uiteindelijke cover art en het bebrilde billboard, maar als dit het verband is, dan dienen de zwevende, gezichtsloze ogen van dokter T.J. Eckleburg als bewijs van het talent van elke artiest, alsook van de waarde van dergelijke samenwerkingen. Maar het kan ook zijn dat het niet de bekende omslagkunst was die Fitzgerald’s verbeelding sprak. Het is eerder mogelijk dat hij een heel andere, vroege omslagtekening van Cugat zag, waarvan er verschillende pas in 1990 werden ontdekt:
Een vroege schets van Francis Cugat voor het stofomslag van The Great Gatsby (image: USC)
Omdat het manuscript niet compleet was, is het waarschijnlijk dat Cugat zijn ontwerp baseerde op een gesprek met Perkins over Fitzgeralds werktekst, destijds getiteld Among the Ash Heaps and Millionaires, en een beschrijving van een van de plaatsen waar het boek zich afspeelt – een “vallei van as” waar “Ongeveer halverwege tussen West Egg en New York de autoweg zich haastig bij de spoorlijn voegt en er een kwart mijl naast loopt, om zo weg te krimpen van een bepaald desolaat stuk land.” In een van deze vroege ontwerpvoorstellen wordt de vallei van as bewaakt door een aantal kleine gezichtsloze ogen en lippen die als wolken zweven. Het lijkt waarschijnlijk dat dit vroege ontwerp Fitzgerald inspireerde tot het creëren van zijn eigen ogen boven het desolate landschap in de vorm van het Eckleburg reclamebord. Naarmate Cugat’s ontwerp zich ontwikkelde, richtte hij zich meer op die zwevende ogen die Fitzgerald lijken te hebben geboeid. Het landschap werd abstracter en de landweg werd verlaten ten gunste van een stadslandschap dat doet denken aan de gloeiende lichten van Times Square en Coney Island.
Echte schetsen van Francis Cugat voor de omslag van The Great Gatsby (afbeeldingen: USC)
Hoewel het waarschijnlijk lijkt dat het billboard werkelijk de manifestatie is van Cugats ogen, blijft het zonder enig definitief bewijs een beetje een open vraag. Scribner noemt een andere theorie voor “degenen die de afleiding nog steeds lastig vinden” – dat de afbeelding op de omslag eigenlijk in de tekst was geïntegreerd als Nick Carraway’s visioen van Daisy als het “meisje wier onstoffelijke gezicht zweefde langs de donkere kroonlijsten en verblindende borden….”
Met een grote Hollywood-film nu in de bioscoop, hebben sommige recente uitgaven van het boek de klassieke omslag verlaten ten gunste van een die meer aansluit bij de film. Dus middelbare scholieren die zich dit jaar een weg banen door de zomerlijst met leesboeken zullen moeite hebben om een exemplaar te vinden zonder Leondardo DiCaprio die vooraan in het midden staat tussen de prachtige cast en art deco ornamenten van de film. Hoewel de nieuwe omslag controversieel is onder lezers en detailhandelaars, vindt Scribner hem zelf wel mooi. In een recente brief aan The New York Times schreef hij: “Ik moet bekennen dat ik de cover van Leonardo DiCaprio ook mooi vind (de nieuwe film tie-in). Ik zou me niet schamen om het in de metro te lezen, maar ik ben dan ook een Tweeling.”
Hoewel er vele covers zijn geweest sinds de eerste publicatie in 1925, is er geen die beter past bij The Great Gatsby dan de hemelse ogen van Francis Cugat, zo perfect lijken het beeld en de tekst op elkaar afgestemd. Misschien is het toepasselijk dat de ware betekenis van de hemelse ogen enigszins mysterieus blijft. Immers, als ik me mijn eigen zomerlezing van The Great Gatsby herinner, herinneren de ogen van dokter T.J. Eckleburg me er uiteindelijk aan dat tekens geen enkele betekenis hebben behalve die welke wij eraan geven.