Antwoord: De Bijbelverzen betreffende uw vraag zijn te vinden in het boek Johannes.
Hij (Jezus) zei tegen zijn moeder (terwijl hij aan het kruis hing en stervende was): ‘Vrouw, aanschouw uw zoon!’ (Johannes 19:26)
Volgens A Manual Greek Lexicon of the New Testament van G. Abbott-Smith was het gebruik van het woord “vrouw” om een vrouw aan te duiden “een term van respect en vertedering.” Bullinger’s Companion Bible notatie voor vers 26 verwijst de lezer naar Johannes 2:4 waar Jezus ook de term “vrouw” gebruikt. In de aantekeningen bij dit vers is “vrouw” “een respectvolle aanspreekvorm.”
Adam Clarke’s Commentary on the Bible (Commentaar op de Bijbel) bij dit vers maakt een interessante opmerking over de vraag WAAROM Jezus de term “vrouw” zou kunnen hebben gebruikt. Hij zegt dat hij dit deed om mogelijk de gevoelens van zijn moeder te sparen, omdat alleen al het noemen van haar naam (gezien het feit dat haar eerstgeboren zoon op brute wijze werd gedood hoewel hij onschuldig was) meer verdriet uit haar hart zou hebben gewekt.
John Gill’s Exposition of the Entire Bible voegt een ander interessant facet toe aan de vraag waarom deze benaming zou kunnen zijn gebruikt.
“Christus noemt haar geen moeder, maar vrouw; niet uit gebrek aan respect voor haar, of omdat hij zich voor haar schaamde; maar deels om haar hartstochten niet op te wekken, of kracht bij te zetten, door een tedere manier van spreken; en deels om haar te verbergen voor de menigte, en opdat zij niet zou worden blootgesteld aan hun grove beledigingen.”
Luke 2:7 vertelt ons dat Jezus Maria’s eerstgeboren Zoon was (zie ook Mattheüs 1:25). Mattheüs 12:46 – 49, Mattheüs 13:55 – 56, Marcus 3:31 – 35 en Lucas 8:19 – 21 verwijzen allemaal naar de familie van Jezus, maar geen enkele vermeldt Jozef, Zijn wettige vader, die waarschijnlijk jaren eerder gestorven was. Omdat Jezus de oudste zoon was, was het zijn verantwoordelijkheid om de zorg voor zijn moeder op zich te nemen. Dit was Joods gebruik en maakte deel uit van het eren van je ouders in overeenstemming met het gebod.
Jezus wist, toen Hij aan het kruis hing, dat Zijn dood nabij was. Hij leed hevige pijn en wist dat Hij op het punt stond het ultieme offer te brengen volgens het plan van Zijn hemelse Vader. Ondanks de doodsstrijd was Jezus bezorgd over Zijn moeder en haar zorg nadat Hij heengegaan was.
Christus maakte voorzieningen voor Zijn moeder door een van Zijn discipelen, die Hij zeer liefhad, op te dragen voor haar te zorgen alsof zij Zijn moeder was. Zoals in Johannes 19:27 staat, maakte Jezus’ mondelinge verklaring ten overstaan van getuigen de verplichting aan de geliefde discipel (Johannes) bindend.
De betekenis en het belang van Jezus’ uitspraken in Johannes 19:25 – 27 ten opzichte van de “vrouw” die zijn moeder was, laat ons zien dat wij onze ouders moeten liefhebben en voor hen moeten zorgen, zoveel als wij lichamelijk in staat zijn. Door dit te doen, tonen wij ook onze liefde voor Jezus en voor God onze Vader.