Zweten is misschien wel de meest bekende manier om af te koelen, vooral omdat het de favoriete methode van mensen is. Zweet bestaat voornamelijk uit water met wat kalium, zout en andere mineralen. Wanneer het van de huid verdampt, voert het warmte af en verlaagt het je totale lichaamstemperatuur. Zweet wordt geproduceerd in zweetklieren, die worden geactiveerd door de hypothalamus, het deel van je hersenen dat bepaalde belangrijke biologische processen regelt, zoals je hartslag, je bloeddruk en je lichaamstemperatuur. Het gemiddelde menselijke lichaam heeft tussen de twee en vijf miljoen zweetklieren.
Mensen zijn niet de enige dieren met zweetklieren, maar wij zijn een van de weinige soorten die grote hoeveelheden transpiratie produceren om af te koelen. Hoewel zweten kan leiden tot ongemakkelijke ontmoetingen op een hete dag, denken sommige wetenschappers dat het ons ook een evolutionair voordeel heeft gegeven. Daniel Lieberman, hoogleraar menselijke evolutiebiologie aan de universiteit van Harvard, stelt dat ons vermogen om te zweten ons in staat stelde langere afstanden af te leggen met een hogere snelheid dan andere dieren. Dit betekende dat de mens op het heetst van de dag op wild kon jagen, wanneer andere roofdieren gedwongen waren om te rusten. Andere deskundigen, zoals antropologe Nina Jablonski van de Pennsylvania State University, zeggen dat zweten voor een efficiëntere afkoeling zorgde, waardoor wij grotere, hetere hersenen konden ontwikkelen.
Naast de hogere primaten (apen, mensapen en mensen) behoren paarden tot de enige andere dieren ter wereld die overvloedig transpireren, waardoor zij een van de weinige zijn die de mens in een marathon kunnen uitdagen.