Pseudemys concinna
Beschrijving: Een grote schildpad die vaak in rivieren wordt aangetroffen. Het kan moeilijk zijn deze soort te onderscheiden van de nauw verwante Florida cooter (Pseudemys floridana) en redbelly turtle (Pseudemys rubriventris), en ook van de yellowbelly slider (Trachemys scripta). Bij jongere rivierschildpadden zijn concentrische markeringen op het schild meestal zichtbaar, met een karakteristieke “C” op de tweede zijschelp. Bij oudere exemplaren is dit echter vaak niet zichtbaar. Deze schildpad kan worden onderscheiden van de watersnuitschildpad door zijn aanzienlijk meer afgeplatte en uitlopende schild en door zijn platte kin (afgerond bij watersnuitschildpadden). Ook is het plastron (de onderkant van het schild) meestal zwaar gemerkt met zwart en geel, en zijn de koptekeningen meestal minder opvallend dan bij de waterspin. De Florida cooters hebben geen “C”-vormige markeringen, en de redbelly schildpadden hebben een roodachtige of oranje onderzijde en roodachtige ventrikelstrepen op het kopborststuk. Volwassen dieren hebben een schildlengte van 23 tot 33 cm (9 tot 13 inch).
Voeding/Dieet: Rivierkoeten zijn herbivoren en voeden zich met waterplanten.
Activiteit/Gedrag: Rivierkoeten zijn opvallende zonneschildpadden. Ze koesteren zich op blootliggende boomstammen en rotsen, en gaan snel het water in als ze worden benaderd.
Leefgebied/Range: Rivierkoeten komen voor in rivieren en grote beken. Het onderscheid tussen de rivierkoet en de andere twee Pseudemys soorten is vaak het best te maken op basis van de habitat. De meerkoet in Florida leeft meestal in vochtige gebieden, moerassen, vijvers en andere stilstaande wateren. In North Carolina zijn Roodbuikschildpadden beperkt tot kustgebieden.
Voorplanting: Vrouwtjes leggen eieren in de vroege zomer. De legsels variëren van 7 tot 18 eieren.
Diversen: In het oosten van Noord-Carolina is bekend dat rivierkoeten hybridiseren met Florida-koeten.