Ontafhankelijk van iemands persoonlijke filosofie, geloven wij dat het belangrijk is om de betekenis te leren kennen die symbolen als de Kraai en de Raaf hebben gehad in culturen door de eeuwen heen. Raven komen verschillende keren voor in de Bijbel, en zonder een achtergrond te hebben in theologie is het moeilijk te zeggen of ze gebruikt worden als symbolen met een grotere betekenis vanwege hun intelligentie, of omdat ze in die periode gewoon veel voorkwamen.
Wat we wel weten is dat Kraaien en Raven vaker en over een groter gebied van de aarde, geschiedenis, en cultuur zijn verschenen dan welke andere vogel ook. Ze spelen een prominente rol in de inheemse Amerikaanse, Japanse, Wiccan en Hindoe mythologie, waarvan vele verhalen ook vandaag nog een religieuze betekenis hebben.
1.De raven brachten hem elke morgen en avond brood en vlees, en hij dronk uit de beek.
2.Leviticus 11:13 draagt de Israëlieten op bepaalde vogels niet te eten omdat ze “verfoeilijk” zijn. Een van deze vogels is natuurlijk de raaf, hoewel niet nader wordt aangegeven waarom de raaf als verfoeilijk wordt beschouwd (waarschijnlijk vanwege het eten van aas).
3.Hetzelfde gebod om niet het vlees te eten van vogels die verfoeilijk zijn, wordt herhaald in Deut. 14:14. Ironisch genoeg wordt de ooievaar, die vandaag de dag wordt gezien als een koerierster van baby’s, samen met de raaf gecategoriseerd als verwerpelijk.
4.Volgens Job 38:40-41 voedt God de raven en hun jongen, een geloof dat ook door Hindoes wordt gedeeld.
5.Psalm 147:9 zegt dat God de jonge raven te eten geeft als ze roepen.
6.Lucas 12:24 en Psalm 137 bieden een gemeenschappelijk adagium: “Zie de raven: Zij zaaien niet en oogsten niet, zij hebben geen voorraadkamer of schuur; toch voedt God hen. En hoeveel waardevoller bent u dan de vogels!”
7.Hooglied van Salomo beschrijft het haar van de man als “zwart als een raaf” (SOS 5:11)
8.Psalm 30:17 zegt dat “het oog dat de vader bespot, zal worden uitgepikt door de raven in de vallei”. Deze passage is later vertaald of aangepast om ook gieren en haviken te omvatten, om een beroep te doen op de associatie van de hedendaagse mens met aas.
9.In het spreken over de woestijn en zijn duidelijke verlatenheid, beschrijft Jesaja 34:11 de ‘uil en raaf’ als nestelende daar, in een poging om een plaats af te beelden waar eens leven was en waar nu alleen dood is. Deze passage is later vertaald met aalscholvers, ooievaars, pelikanen, op de een of andere manier egels en stekelvarkens, maar het raafgedeelte is consistent gebleven.
10.De eerste vogel die Noach uit de ark stuurde was een witte raaf (Gen. 8:7), die heen en weer bleef vliegen totdat het water van de aarde was opgedroogd. Tegenwoordig is dit geëvolueerd tot een duif met een olijftak.