Velen van ons lezen en horen regelmatig de woorden landgebruik en landbedekking, maar begrijpen we eigenlijk wel wat deze woorden betekenen? Deze termen worden vaak ten onrechte door elkaar gebruikt; elke term heeft echter een heel specifieke betekenis.
Landgebruik wordt gewoonlijk gedefinieerd als een reeks handelingen op het land, uitgevoerd door mensen, met de bedoeling om producten en/of voordelen te verkrijgen door het gebruik van landbronnen.
Landbedekking wordt gewoonlijk gedefinieerd als de vegetatie (natuurlijk of aangeplant) of door de mens gemaakte constructies (gebouwen, enz.) die op het aardoppervlak voorkomen. Water, ijs, kaal gesteente, zand en soortgelijke oppervlakken worden ook tot de landbedekking gerekend.
Landgebruik en landbedekking hebben enkele fundamentele verschillen. Landgebruik verwijst naar het doel dat het land dient, bijvoorbeeld recreatie, habitat voor wilde dieren of landbouw; het beschrijft niet de oppervlaktebedekking op de grond. Een recreatief landgebruik kan bijvoorbeeld voorkomen in een bos, struikgebied, grasland of op gemanicuurde gazons.
Landbedekking verwijst naar de oppervlaktebedekking op de grond, of het nu gaat om vegetatie, stedelijke infrastructuur, water, kale grond of andere; het beschrijft niet het gebruik van land, en het gebruik van land kan verschillend zijn voor land met hetzelfde bedekkingstype. Zo kan een landbedekkingstype bos gebruikt worden voor houtproductie, wildbeheer of recreatie; het kan privé-grond zijn, een beschermd stroomgebied of een populair staatspark.
Kortom, landgebruik geeft aan hoe mensen het land gebruiken, terwijl landbedekking het fysieke landtype aangeeft. Beide soorten gegevens worden meestal verkregen door analyse van satelliet- of luchtfoto’s.
Inzicht in zowel het landgebruik als de bodembedekking van een stuk land geeft een uitgebreid beeld van een bepaald gebied. Deze gegevens zijn een fundamenteel onderdeel van de planning en de besluitvorming voor veel gemeenschappen, omdat het helpt hen om beter te begrijpen waar te plannen voor verschillende soorten groei en waar te behouden; het helpt hen ook om de connectiviteit of fragmentatie van verschillende kenmerken in hun gemeenschap te begrijpen.