Lumbale pseudoarthrosis is een van de meest voorkomende complicaties van wervelkolomchirurgie. De prevalentie van lumbale pseudoartrose na geïnstrumenteerde lumbale fusie bij volwassenen is zeer variabel in de onderzoeken, waarbij lage rugpijn de meest voorkomende klacht is. Sommige onderzoeken menen dat spinale instabiliteit direct verantwoordelijk is voor de pijnklachten die soms gepaard gaan met pseudarthrose. Over dit punt is echter ook gediscussieerd.
Diagnostische work-up van deze gevallen omvatten flexie- en extensie radiografieën en CT scans. MRI kan ook nuttig zijn om eventuele resterende of nieuwe gebieden van zenuwcompressie te identificeren. De meest definitieve test om een pseudoartose vast te stellen is een exploratie van de fusie. Dit wordt uitgevoerd wanneer er voldoende klinische en radiografische gegevens zijn om de aanwezigheid van een non-union te suggereren. Gezien de morbiditeit en de hoge financiële kosten die hiermee gepaard gaan, moet de verantwoordelijke arts zorgvuldig te werk gaan bij de selectie van de juiste patiëntenpopulatie voor revisiechirurgie. Alvorens een poging tot redding van artrodese te ondernemen, moeten andere oorzaken van aanhoudende lage rugpijn worden uitgesloten en moeten eerst meer conservatieve behandelingsmaatregelen worden geprobeerd.
Het volgende manuscript biedt een diepgaande bespreking van de klinische verschijnselen en symptomen van lumbale pseudoartosen, alsmede een plan voor de diagnostische work-up en behandeling van deze patiënten.