Zelfs gelegenheidsgolfers begrijpen dat bij impact de heupen open naar het doel moeten staan. (Stel je voor dat de gesp van je riem naar links wijst, naar de plek waar je wilt dat de bal landt). In werkelijkheid moeten je heupen niet alleen open zijn, maar voortdurend naar links draaien totdat je swing tot stilstand komt.
Het vergt wat vertrouwen en ritme om het goed te krijgen – een beetje wat je nodig hebt als je wordt gevraagd om de dansvloer op te gaan op een bruiloft of een reünie. Hier is een oefening die beide zal helpen. Ga in je adresseerpositie staan zonder club en maak een namaak backswing. Laat je armen vrij naar boven stromen terwijl je je heupen en schouders roteert (foto, linksboven). Drijf nu je linkerheup roterend. Niet zomaar glijden – probeer je heupen haaks op de bal te krijgen tegen de tijd dat je linkerarm parallel aan de grond is (rechtsboven). Hou ook de breedte in je stance.
Simpelweg je heupen verschuiven ontkent de nodige rotatie – je zal nooit komen waar je moet zijn bij impact. Blijf “laag” en concentreer je op het voortdurend draaien van je heupen. Met een beetje oefening, ontwikkel je een zijdezachte swing met veel kracht – een mooie beweging voor de volgende keer dat je de dansvloer op gaat.
Bezoek lucaswaldgolf.com voor meer.