Synopsis
Wanneer haar echtgenoot, de Romeinse keizer Claudius (Claudio), op zee blijkt te zijn verdronken, beraamt Agrippina een plan om haar zoon Nero (Nerone) hem te laten opvolgen. Claudius is echter gered door Otho (Ottone) en dus wordt van Nero’s aanstaande kroning afgezien. Otho arriveert en vertelt Agrippina dat de dankbare Claudius hem tot zijn opvolger heeft benoemd. Hij vertrouwt ook toe dat hij verliefd is op Poppea. Agrippina weet dat Claudius ook op Poppea verliefd is en ziet een kans om haar zaak voor Nero te verbeteren. Zij vertelt Poppea dat Otho ermee heeft ingestemd haar aan Claudius over te dragen in ruil voor de troon. Zij haalt Poppea over om Claudius te vertellen dat Otho haar verboden heeft hem te zien, zodat Claudius Otho de kroon weigert.
ACT II
Otho eist zijn beloning op van Claudius, die hem onmiddellijk als verrader aanmerkt. Agrippina, Poppea en Nero volgen dit voorbeeld en laten Otho alleen, verward en neerslachtig achter. Maar Poppea begint aan zijn schuld te twijfelen, en uiteindelijk overtuigt Otho haar dat hij onschuldig is. Ondertussen vertelt Agrippina aan Claudius dat Otho een complot tegen hem smeedt en haalt hem over Nero tot keizer te benoemen.
ACT III
Poppea overtuigt Claudius ervan dat, hoewel zij ooit dacht dat Otho hen had verraden, het in feite Nero was die dit had gedaan. Zij onthult dan dat Nero zich in haar kamer heeft verstopt. Claudius ontslaat zijn stiefzoon, die naar zijn moeder rent om haar van Poppea’s verraad op de hoogte te brengen. Agrippina confronteert Claudius, berispt hem omdat hij voor Poppea’s invloed is gezwicht, en onthult dat Otho verliefd is op Poppea. Claudius roept Poppea, Otho en Nero bijeen en beveelt Nero met Poppea te trouwen en Otho weer op de troon te zetten. Otho smeekt Claudius hem toe te staan van de troon af te zien en met Poppea te trouwen, en Claudius stemt toe, geeft uiteindelijk de troon aan Nero en zegent het huwelijk van Otho en Poppea in.