Fluoxetine bijwerkingen

Medisch beoordeeld door Drugs.com. Laatst bijgewerkt op 13 aug 2020.

• Consument
• Professional
• FAQ

Voor de consument

Geldt voor fluoxetine: orale capsule, orale capsule met vertraagde afgifte, orale oplossing, orale siroop, orale tablet

Bijwerkingen die onmiddellijke medische aandacht vereisen

Naast de benodigde effecten kan fluoxetine ook een aantal ongewenste effecten veroorzaken. Hoewel niet al deze bijwerkingen kunnen optreden, kunnen zij, als zij optreden, medische aandacht vereisen.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts als een van de volgende bijwerkingen optreedt tijdens het gebruik van fluoxetine:

Meer vaak voorkomend

• Netelroos, jeuk, of huiduitslag
• niet stil kunnen zitten
• rusteloosheid

Minder vaak

• Rillingen of koorts
• gewrichts- of spierpijn

Zelden

• angst
• koud zweet
• verwardheid
• convulsies (toevallen)
• koude bleke huid
• diarree
• concentratiestoornissen
• drowiness
• droogheid van de mond
• overmatige honger
• snelle of onregelmatige hartslag
• hoofdpijn
• verhoogd zweten
• verhoogde dorst
• gebrek aan energie
• stemmings- of gedragsveranderingen
• overactieve reflexen
• paarse of rode vlekken op de huid
• razende hartslag
• trillerigheid of wankel lopen
• trillen of beven
• praten, voelen, en handelen met opwinding en activiteit die u niet onder controle hebt
• moeilijkheden met ademhalen
• ongewone of onvolledige lichaams- of gezichtsbewegingen
• ongewone vermoeidheid of zwakte

Incidentie niet bekend

• buik- of maagpijn
• agitatie
• rug- of beenpijnen
• bloedend tandvlees
• blindheid
• blaarvorming, vervellen, of loslaten van de huid
• bloedingen
• bloed in de urine of ontlasting
• bloedig, zwarte of teerachtige ontlasting
• blauw-gele kleurenblindheid
• onscherp zien
• pijn of ongemak op de borst
• kleiachtigegekleurde ontlasting
• constipatie
• aanhoudend braken
• hoest of droge hoest
• donkere urine
• verminderde urineproductie
• verminderde visus
• depressie
• moeilijkheden met ademhalen
• moeilijkheden met slikken
• duizeligheid of licht gevoel in het hoofd
• pijn aan de ogen
• flauwvallen
• snelle, bonzende of onregelmatige hartslag of polsslag
• algemene zwelling van het lichaam
• hoge koorts
• bloeduitstorting, jeuk, wallen of zwelling van de oogleden of rond de ogen
• bloeduitstorting
• bloeduitstorting

gezicht, lippen, of tong

• behaaglijkheid
• onvruchtbaarheid
• onregelmatige of trage hartslag
• irriteerbaarheid
• grote, netelachtige zwellingen op het gezicht, de oogleden, lippen, tong, keel, handen, benen, voeten of geslachtsorganen
• licht-gekleurde ontlasting
• verlies van eetlust
• verlies van controle over de blaas
• spiertrekkingen
• misselijkheid
• nachtmerries
• geen bloeddruk of polsslag
• ruizige ademhaling
• neusbloedingen
• pijn in de enkels of knieën
• pijnlijk, rode knobbels onder de huid, meestal op de benen
• pijnen in de buik, zij of onderbuik, eventueel uitstralend naar de rug
• pijnrode vlekken op de huid
• snelle gewichtstoename
• rode of geïrriteerde ogen
• rode huidlaesies, vaak met een paars centrum
• roodheid, gevoeligheid, jeuk, branderigheid of vervellen van de huid
• hevige spierstijfheid
• hevige slaperigheid
• onscherpe spraak
• keelpijn
• zweren, zweren, of witte vlekken op de lippen of in de mond
• stilstand van het hart
• suddende kortademigheid of bemoeilijkte ademhaling
• suddende zwakte in de armen of benen
• suddende, hevige pijn op de borst
• zwelling van het gezicht, enkels, of handen
• opgezwollen of pijnlijke klieren
• gedachten aan zelfmoord
• benauwdheid
• vermoeidheid
• getrek, gedraai, of ongecontroleerde herhaalde bewegingen van de tong, lippen, gezicht, armen, of benen
• onbewustheid
• onaangename ademgeur
• ongewone bloedingen of blauwe plekken
• ongewone slaperigheid, dufheid, vermoeidheid, zwakte, of gevoel van traagheid
• ongewoon bleke huid
• gebruik van extreme fysieke of emotionele kracht
• overgeven van bloed
• gele ogen of huid

bijwerkingen die geen onmiddellijke medische aandacht vereisen

Enkele bijwerkingen van fluoxetine kunnen optreden die gewoonlijk geen medische aandacht vereisen. Deze bijwerkingen kunnen tijdens de behandeling verdwijnen naarmate uw lichaam zich aan het geneesmiddel aanpast. Ook kan uw arts u vertellen hoe u sommige van deze bijwerkingen kunt voorkomen of verminderen.

Raadpleeg uw arts als een van de volgende bijwerkingen aanhoudt of hinderlijk is of als u er vragen over heeft:

Meer vaak voorkomend

• Verminderde eetlust

Minder vaak of zelden voorkomend

• Normale dromen
• Borstvergroting of pijn
• verandering van smaakzin
• verandering van gezichtsvermogen
• gevoel van warmte of hitte
• blozen of roodheid van de huid, vooral in gezicht en hals
• frequent urineren
• haaruitval
• verhoogde eetlust
• verhoogde gevoeligheid van de huid voor zonlicht
• menstruatiepijn
• maagkrampen, winderigheid, of pijn
• ongewone afscheiding van melk, bij vrouwen
• gewichtsverlies
• zwijgen

Incidentie niet bekend

• scheurtjes in de huid
• verlies van warmte van het lichaam
• pijnlijke of langdurige erecties van de penis
• schilferige huid
• opzwellen van de borsten of pijnlijke borsten bij zowel vrouwen als mannen
• ongewone melkproductie

Voor zorgverleners

Geldt voor fluoxetine: samenstelpoeder, orale capsule, orale capsule met vertraagde afgifte, orale oplossing, orale tablet

Algemeen

De meest gemelde bijwerkingen waren slapeloosheid, asthenie, en hoofdpijn.

Nervosysteem

Potentieel levensbedreigend serotoninesyndroom is gemeld met SSRI’s en SNRI’s als monotherapie, maar vooral bij gelijktijdig gebruik van andere serotonerge geneesmiddelen en geneesmiddelen die het metabolisme van serotonine belemmeren.

Zeer vaak (10% of meer): hoofdpijn (tot 21%), somnolentie (tot 17%), tremor (tot 13%), duizeligheid (tot 11%)

Zelden (1% tot 10%): Amnesie, hyperkinesie, paresthesie/zintuiglijke stoornissen, smaakperversie/dysgeusie

Ongewoon (0,1% tot 1%): Abnormaal lopen, acuut hersensyndroom, ataxie, evenwichtsstoornis, depressie van het centrale zenuwstelsel (CZS), CZS-stimulatie, dyskinesie, hyperkinesie, hypertonie, hyperesthesie, incoördinatie, geheugenstoornis, migraine, myoclonus, neuralgie, neuropathie, syncope, vasculaire hoofdpijn, vertigo

Zelden (0,01% tot 0,1%): Abnormaal elektro-encefalogram, cerebraal embolie, cerebrale ischemie, circumorale paresthesie, convulsie/seizuren, waanideeën, dysarthrie, dystonie, extrapyramidaal syndroom, voetval, hyperesthesie, neuritis, paralyse, parosmie, reflex verminderd, serotoninesyndroom (neuroleptisch maligne syndroom-achtige effecten), stupor, smaakverlies

Zeer zeldzaam (minder dan 0.01%): Lichte intensiteit hoofdpijn

Frequentie niet gerapporteerd: Autonome instabiliteit, coma, hyperreflexie, hypersomnie, neuromusculaire afwijkingen, sedatie

Meldingen na het in de handel brengen: Cerebrovasculair accident, bewegingsstoornissen, tardieve dyskinesie, verergering van reeds bestaande bewegingsstoornissen

Psychiatrisch

Zeer vaak (10% of meer): Slapeloosheid (tot 33%), angst (tot 15%), nervositeit (tot 14%)

Zelden (1% tot 10%): Abnormale dromen, agitatie, verstoring van de aandacht, emotionele labiliteit, vijandigheid, hypomanie, manie, persoonlijkheidsstoornis, rusteloosheid, slaapstoornis, spanning, abnormaal denken

Ongewoon (0,1% tot 1%): Akathisie, apathie, bruxisme, depersonalisatie, verhoogde stemming, euforie, opzettelijke overdosis, manische reactie, neurose, paranoïde reactie, psychomotorische hyperactiviteit, psychose, suïcidale gedachten en gedrag, suïcidepoging

Zelden (minder dan 0,1%): Agressie, antisociale reactie, waanideeën, dysfemie, hallucinaties, paniekaanvallen

Frequentie niet gerapporteerd: Activeringssyndroom, woede, volledige zelfmoord, depressie, suïcidale depressie, ontwaken in de vroege ochtend, aanvankelijke slapeloosheid, intense dromen, opzettelijke zelfverwonding, mentale statusveranderingen, middelmatige slapeloosheid, morbide gedachten, nachtmerries, zelfverwondinggedachten en -gedrag, slaapstoornissen, suïcidale gedachten

Meldingen na het in de handel brengen: Verwarring, discontinuering/onttrekkingsverschijnselen, prikkelbaarheid, gewelddadig gedrag

Antidepressiva kunnen een rol spelen bij het induceren van verergering van depressie en het ontstaan van suïcidaliteit bij bepaalde patiënten tijdens de vroege fasen van de behandeling. Een verhoogd risico op suïcidaal denken en gedrag bij kinderen, adolescenten en jonge volwassenen (18 tot 24 jaar) met een depressieve stoornis (MDD) en andere psychiatrische stoornissen is gemeld bij kortdurend gebruik van antidepressiva.

Volwassen en pediatrische patiënten die antidepressiva krijgen voor MDD, evenals voor psychiatrische en niet-psychiatrische indicaties, hebben symptomen gemeld die voorlopers kunnen zijn van opkomende suïcidaliteit, waaronder angst, agitatie, paniekaanvallen, slapeloosheid, prikkelbaarheid, vijandigheid, agressiviteit, impulsiviteit, akathisia, hypomanie, en manie. De causaliteit is niet vastgesteld.

Gastro-intestinaal

Een onderzoek onder 26.005 gebruikers van antidepressiva rapporteerde 3,6 maal meer episodes van bloedingen in het bovenste gedeelte van het maag-darmkanaal bij het gebruik van SSRI’s in vergelijking met de populatie die geen antidepressiva kreeg toegediend. Bovenste maagdarmkanaalbloedingen werden 3,9 keer vaker waargenomen bij patiënten die dit middel kregen.

Zeer vaak (10% of meer): Misselijkheid (tot 29%), diarree (tot 18%), droge mond (tot 12%)

Zelden (1% tot 10%): Buikpijn, constipatie, dyspepsie, flatulentie, maagdarmstoornis, braken

Ongewoon (0,1% tot 1%): Afthousiastomatitis, buccoglossaal syndroom, colitis, dysfagie, eructatie, oesofagitis, gastritis, gastro-enteritis, gastro-intestinale (GI) bloeding, glossitis, tandvleesbloeding, hyperchlorhydria, verhoogde speekselvloed, melena, mond ulceratie, maagzweer, stomatitis

Zelden (minder dan 0,1%): Acuut buiksyndroom, bloederige diarree, ulcus duodeni, enteritis, slokdarmpijn, ulcus oesofagus, ontlastingsincontinentie, hematemesis, intestinale obstructie, pancreatitis, peptisch ulcus, speekselkliervergroting, maagzweerbloeding, tongoedeem

Frequentie niet gemeld: Anale/oesofageale/gastrische/bovenste en onderste GI/hemorroïdale/peritoneale/rectale bloeding, bloedende slokdarmvarices, enterocolitis, slokdarm-/duodenale/gastrische maagzweerbloeding, GI-bloeding, gingivale/mondbloeding, hematochezia, hemorragische diarree/diverticulitis/gastritis, intra-abdominale bloeding

Respiratoire

Zeer vaak (10% of meer): Rhinitis (tot 23%), faryngitis (tot 11%), geeuwen/ gapen (tot 11%)

Zelden (1% tot 10%): Epistaxis, sinusitis

Ongewoon (0,1% tot 1%): Astma, dyspneu, hik, hyperventilatie

Zelden (minder dan 0,1%): Apneu, atelectase, verminderde hoest, emfyseem, hemoptoë, hypoventilatie, hypoxie, larynxoedeem, longoedeem, pneumothorax, pulmonale gebeurtenissen (ontstekingsprocessen van uiteenlopende histopathologie en/of fibrose), stridor

Frequentie niet gerapporteerd: Verhoogde hoest, interstitiële longaandoening, pneumonitis

Postmarketingrapporten: Eosinofiele longontsteking, longembolie, pulmonale hypertensie

Anderen

Zeer vaak (10% of meer): Asthenie/moeheid (tot 21%),

Zelden (1% tot 10%): Accidenteel letsel, rillingen, oorpijn, jitterig gevoel, koorts, lethargie, dorst, tinnitus

Ongewoon (0,1% tot 1%): Abortus, gezichtsoedeem, abnormaal gevoel, warm/koud gevoel, malaise

Zelden (minder dan 0,1%): Doofheid, onderkoeling, slijmvliesbloeding

Frequentie niet gemeld: Groeivertraging, hyperthermie, pijn

Meldingen na het in de handel brengen: Maligne hyperthermie

Metabolisme

Verlaagde gewichtstoename is waargenomen in associatie met gebruik bij kinderen en adolescenten.

Zeer vaak (10% of meer): Anorexia (tot 17%)

Zelden (1% tot 10%): Verminderde eetlust, toegenomen eetlust, gewichtsverlies

Ongewoon (0,1% tot 1%): Dehydratie, jicht, hypercholesterolemie, hyperlipemie, hypokaliëmie

Zelden (minder dan 0,1%): Alcoholintolerantie, alkalische fosfatase verhoogd, veranderingen in bloedsuikerspiegel, diabetische acidose, diabetes mellitus, hyperkaliëmie, hyperurikemie, hypocalciëmie, hyponatriëmie

Frequentie niet gemeld: Verlaagde alkalische fosfatase niveaus

Postmarketing rapporten: Hypoglykemie

Genitourinary

Urinary retention en galactorroe zijn gemeld met andere SSRI’s.

De schattingen van de incidentie van ongewenste seksuele ervaring en prestaties kunnen de werkelijke incidentie onderschatten, deels omdat patiënten en artsen terughoudend kunnen zijn om deze kwestie te bespreken. In placebogecontroleerde klinische onderzoeken werd ejaculatiestoornis (voornamelijk ejaculatievertraging) gerapporteerd als een behandeling-emergente bijwerking met een incidentie van 6% en ten minste tweemaal de incidentie bij met placebo behandelde mannelijke patiënten.

Zeer vaak (10% of meer): Verminderd libido/verlies van libido (tot 11%)

Zeer Vaak (1% tot 10%): Abnormale ejaculatie/ejaculatiestoornis, dysmenorroe, erectiestoornis, gynaecologische bloedingen, impotentie, mictiestoornis, urinefrequentie

Ongewoon (0,1% tot 1%): Albuminurie, amenorroe, anorgasmie, borstvergroting, borstpijn, dysurie, vrouwelijke lactatie, fibrocysteuze borst, hematurie, verminderd urineren, verhoogd libido, leukorroe, menorragie, metrorrhagie, nocturie, bekkenpijn, polyurie, seksuele disfunctie (soms aanhoudend na stopzetten van de behandeling), urine-incontinentie, urineretentie, vaginale bloeding

Zeldzaam (minder dan 0.1%): Borststuwing, glycosurie, hypomenorroe, baarmoederbloeding, vergrote baarmoedermyomen

Frequentie niet gemeld: Vertraagde ejaculatie, vertraagde seksuele rijping, disfunctionele baarmoederbloeding, ejaculatiestoornis/falen, galactorroe, genitale bloeding, menometrorrhagie, orgasmestoornis, polymenorroe, postmenopauzale bloeding, vroegtijdige ejaculatie, retrograde ejaculatie, baarmoederhalsbloeding, vaginale bloeding na geneesmiddelontwenning

Postmarketingrapporten: Vergrote clitoris, pollakiurie

Immunologisch

Zeer vaak (10% of meer): Griepsyndroom (tot 12%)

Zelden (1% tot 10%): Infectie

Zelden (minder dan 0,1%): Herpes zoster

Cardiovasculair

Patiënten hebben een QT-verlenging van ten minste 450 msec ontwikkeld.

Zelden (1% tot 10%): Pijn op de borst, blozen/hot flush, hypertensie, palpitatie, QT-interval verlenging, vasodilatatie

Ongewoon (0,1% tot 1%): Angina pectoris, aritmie, congestief hartfalen, gegeneraliseerd oedeem, hypotensie, myocardinfarct, perifeer oedeem, posturale hypotensie

Zelden (minder dan 0,1%): Bradycardie, extrasystolen, hartblok, bleekheid, perifere vasculaire aandoening, flebitis, shock, tromboflebitis, trombose, vasculitis, vasospasme, ventriculaire aritmie, ventriculaire extrasystolen, ventriculair fibrilleren

Frequentie niet gerapporteerd: Labiele bloeddruk, tachycardie

Meldingen na het in de handel brengen: Atriumfibrillatie, hartstilstand, torsades de pointes/torsades de pointes-achtige aritmieën

Dermatologisch

Kwam vaak voor (1% tot 10%): Pruritus, huiduitslag, zweten/hyperhidrosis, urticaria

Ongewoon (0,1% tot 1%): Acne, alopecia, koud zweet, contactdermatitis, ecchymose, eczeem, verhoogde neiging tot blauwe plekken, maculopapuleuze huiduitslag, huidverkleuring, huidzweer

Zelden (minder dan 0,1%): Epidermale necrolyse/toxische epidermale necrolyse, erythema multiforme, furunculose, hirsutisme, petechia, lichtgevoeligheidsreactie, psoriasis, purpura, purpurische huiduitslag, seborroe, Stevens-Johnson-syndroom/Lyell-syndroom

Frequentie niet vermeld: Erytheem, exfoliatieve huiduitslag, warmte-uitslag, erythemateuze huiduitslag, folliculaire huiduitslag, gegeneraliseerde huiduitslag, maculaire huiduitslag, morbilliforme huiduitslag, papuleuze huiduitslag, pruritische huiduitslag, vesiculaire huiduitslag, umbilicale erytheemuitslag

Postmarketingrapporten: Erythema nodosum, exfoliatieve dermatitis, trombocytopenische purpura

Alopecia was meestal omkeerbaar.

Oculair

Common (1% tot 10%): Abnormaal zicht, wazig zien

Ongewoon (0,1% tot 1%): Conjunctivitis, droge ogen, mydriasis, fotofobie

Zelden (minder dan 0,1%): Blepharitis, diplopie, exophthalmos, glaucoom, hyperacusis, iritis, scleritis, strabismus, gezichtsvelddefect

Frequentie niet gerapporteerd: Verhoogde intraoculaire druk

Meldingen na het in de handel brengen: Cataract, oculogyrische crises, neuritis optica

Musculoskeletaal

Klinkt vaak (1% tot 10%): Arthralgie, spiertrekkingen/twitching

Ongewoon (0,1% tot 1%): Artritis, botpijn, bursitis, beenkrampen, tenosynovitis

Zelden (minder dan 0,1%): Artrose, chondrodystrofie, creatinefosfokinase verhoogd, myalgie, myasthenie, myopathie, osteomyelitis, osteoporose, reumatoïde artritis

Frequentie niet gerapporteerd: Rugpijn, botbreuken

Epidemiologische studies, voornamelijk bij patiënten van 50 jaar of ouder, hebben een verhoogd risico op botbreuken aangetoond bij patiënten die SSRI’s of TCA’s krijgen.

Hypersensitiviteit

Kwam vaak voor (1% tot 10%): Allergische reactie

Zelden (minder dan 0,1%): Anafylactische/anafylactoïde reactie, angio-oedeem, serumziekte

Hepatisch

Ongewoon (0,1% tot 1%): Abnormale leverfunctietesten, cholelithiasis

Zelden (minder dan 0,1%): Biliaire pijn, cholecystitis, hepatitis, idiosyncratische hepatitis, leververvetting, transaminasen verhoogd, gammaglutamyltransferase verhoogd

Frequentie niet gemeld: Abnormale leverfunctie, verergering van leverschade, cholestatische geelzucht, leverfalen/necrose

Hematologisch

Zeldzaam (minder dan 0,1%): Bloeddyscrasieën, hypochromische anemie, ijzergebreksanemie, leukopenie, lymfoedeem, lymfocytose, neutropenie, trombocytopenie

Postmarketingrapporten: Aplastische anemie, eosinofilie, immuungerelateerde hemolytische anemie, pancytopenie

Endocrien

Ongewoon (0,1% tot 1%): Hypothyreoïdie

Zeldzaam (minder dan 0,1%): Inadequate secretie van antidiuretisch hormoon

Frequentie niet gerapporteerd: Gynaecomastie, hyperprolactinemie

Renaal

Ongewoon (0,1% tot 1%): Albuminurie

Zeldzaam (minder dan 0,1%): Bloedureumstikstof (BUN) verhoogd, nierpijn, oligurie

Postmarketingrapporten: Nierfalen

Veel gestelde vragen

• SSRI’s vs SNRI’s – Wat is het verschil tussen hen?
• Prozac vs Zoloft – Wat zijn de verschillen & Overeenkomsten?
• Wat zijn enkele veel voorkomende bijwerkingen van antidepressiva?
• Als ik fluoxetine gebruik, wat kan ik dan nemen tegen een slechte hoest die gepaard gaat met een verkoudheid of keelontsteking?