Als de tuin eenmaal is aangelegd, stel ik voor dat de bloembedden jaarlijks worden bijgemest met gecomposteerde mest. Dit voegt meer organisch materiaal toe, en de meeste composts bevatten ongeveer 1% stikstof (N) plus ongeveer 1% fosfor (P) en kalium (K). De bemesting moet in januari of begin februari plaatsvinden, zodat de voorjaarsregens kunnen helpen de voedingsstoffen in de wortelzone te brengen. Naast de bemesting moeten het landschap en de tuin kleine beetjes tuinmest krijgen. Op zandgrond is het beter om vaak kleine hoeveelheden meststof toe te dienen dan om onregelmatig grotere hoeveelheden toe te dienen. Oplosbare meststoffen hebben de neiging door de wortelzone uit te lopen, omdat de plant een grote hoeveelheid niet in één keer kan gebruiken. Daarom werkt een lichte bemesting eenmaal per maand tijdens het groeiseizoen meestal goed. Als u lui bent, zoals ik, is eens in de twee maanden bemesten ook goed. Ik bedek mijn bloembedden in februari met ongeveer een halve centimeter mest, en voeg dan eind maart, mei en juli kunstmest toe. U kunt zowel korrels als vloeibare meststoffen (voor gebruik met tuinslang) gebruiken. Meestal werkt een “algemene tuinmeststof” met een “uitgebalanceerde” analyse goed.