Je hebt in Unit 3 geleerd hoe uitgangen worden toegevoegd aan de woorden der- en ein-. Daarnaast voegt het Duits uitgangen toe aan reguliere attributieve bijvoeglijke naamwoorden wanneer ze een zelfstandig naamwoord modificeren. Het herkennen van deze uitgangen kan soms een cruciale leesvaardigheid zijn om de naamval en het aantal van een zelfstandig naamwoord te bepalen.
Wijfwoordzinnen zonder lidwoord
Wanneer een zelfstandig naamwoord niet begint met een der- of een ein- woord, dan moeten in wezen alle bijvoeglijke naamwoorden hun plaats innemen om u signalen te geven over de naamval, het aantal en het geslacht van het zelfstandig naamwoord dat ze modificeren. De grafiek of het “paradigma” hieronder laat zien wat er met de bijvoeglijke naamwoorden gebeurt als we de drie zelfstandige naamwoorden der Wein, die Milch en das Bier nemen en ze beschrijven met de eenvoudige bijvoeglijke naamwoorden rot (rood), frisch (fris) en kalt (koud):
Masculien | Feminien | Neuter | Plural | |
---|---|---|---|---|
Nominatief | roter Wein | frische Milch | kaltes Bier | rote Weine |
Accusatief | roten Wein | frische Milch | kaltes Bier | rote Weine |
Dative | rotem Wein | frischer Milch | kaltem Bier | roten Weinen |
Genitive | roten Weines | frischer Milch | kalten Bieres | roter Weine |
Vergelijk dit met de der- woordgrafiek in Unit 2 en u zult slechts één verschil opmerken; het genitief enkelvoud (mannelijk en onzijdig) eindigt op -en in plaats van -es. Voor de rest zijn de uitgangen hetzelfde. Met andere woorden, u zult in staat zijn om dezelfde vaardigheid uit Unit 2 toe te passen op dit soort zelfstandige naamwoorden, zodat u de bovenstaande uitgangen van de bijvoeglijke naamwoorden kunt gebruiken om u te helpen de naamval, het aantal en het geslacht te bepalen van het zelfstandig naamwoord dat wordt gewijzigd.
Wegwoordzinnen met een lidwoord
Wanneer lidwoorden (der- en ein-woorden) de zelfstandig naamwoordzin beginnen, dan vertonen alle bijvoeglijke naamwoorden die een zelfstandig naamwoord wijzigen een ander patroon van uitgangen dan hierboven. Het is niet nodig om deze verbuigingen uit het hoofd te leren om Duits te kunnen lezen en begrijpen. Onthoud dat het lidwoord waarmee de zelfstandig naamwoordzin begint, u het beste helpt de rol van het zelfstandig naamwoord in een zin te identificeren.
Niettemin is het vaak nuttig om te herkennen dat een bepaalde uitgang is toegevoegd:
- Om u te helpen bij het onderscheiden van bijvoeglijke naamwoorden van andere soorten modifiers binnen de zelfstandig naamwoordzin die, uiteraard, niet verschijnen met “bijvoeglijke uitgang”. We komen hierop terug in de volgende paragraaf.
- Om u vertrouwen te geven bij het opzoeken van bijvoeglijke naamwoorden in het woordenboek, wetende welke letters aan het eind niet in de lijst van het woordenboek zullen worden opgenomen.
- In het geval van sommige ein-woord zinnen, geven de uitgangen u onmiddellijk meer informatie over het zelfstandig naamwoord dan het ein-woord alleen doet.
Dus hier zijn de uitgangen van de bijvoeglijke naamwoorden wanneer een lidwoord aanwezig is:
Masculien | Feminien | Neuter | Plural | |
---|---|---|---|---|
N. | der alte Mann ein alter Mann |
die alte Frau eine alte Frau |
das junge Mädchen ein junges Mädchen |
die alten Frauen keine alten Frauen |
A. | den alten Mann einen alten Mann |
die alte Frau eine alte Frau |
das junge Mädchen ein junges Mädchen |
die alten Frauen keine alten Frauen |
D. | dem alten Mann einem alten Mann |
der alten Frau einer alten Frau |
dem jungen Mädchen einem jungen Mädchen |
den alten Frauen keinen alten Frauen |
G. | des alten Mannes eines alten Mannes |
der alten Frau einer alten Frau |
des jungen Mädchens eines jungen Mädchens |
der alten Frauen keiner alten Frauen |
Punten om te onthouden:
- Het eerste woord in het zelfstandig naamwoord geeft in de meeste gevallen de rol aan die het zelfstandig naamwoord in de zin speelt, nl.e., zijn naamval en zijn aantal.
- Een uitgang op een ein-woord is uniek voor enkelvoud nominatief en enkelvoud accusatief.
- De uitgang -em is uniek voor datief enkelvoud.
- die of een ein-woord dat eindigt op -e (b.v. keine) gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord dat eindigt op -en is altijd meervoud.
- Let op de betekenis van de uitgang van bijvoeglijke naamwoorden op getalswoorden. Zie het einde van referentiesectie 1.