Economische expansie is een periode waarin de economische activiteit toeneemt. Het reële BBP en andere outputindicatoren, zoals de industriële productie, vertonen een positieve groei. In een conjunctuurcyclus doet deze zich voor na de dieptepuntfase en vóór de piekfase.
Nadat het dieptepunt was bereikt, begon de economie zich te herstellen en aan te sterken. De laatste fase van de economische expansie is een hausse.
Karakteristieken van economische expansie
Tijdens economische expansie groeit het reële BBP. De productie van goederen en diensten neemt toe. De inflatie en de rentetarieven hebben gewoonlijk ook de neiging toe te nemen.
Een toename van de productieactiviteiten schept meer banen. Als gevolg daarvan is ook het werkloosheidscijfer laag. Het aanbod van gekwalificeerde arbeidskrachten begint af te nemen, waardoor werknemers hogere lonen gaan eisen om het koopkrachtverlies als gevolg van de inflatie te compenseren.
Economen onderscheiden de expansiefase gewoonlijk in twee perioden, herstel en hoogconjunctuur. Beide perioden hebben verschillende kenmerken.
Economisch herstel
Economisch herstel is de eerste periode van expansie nadat de economie uit de dieptefase is gekomen. In deze periode zijn de rentetarieven nog steeds laag in overeenstemming met de tenuitvoerlegging van het expansieve beleid van de centrale bank.
De economische activiteiten beginnen toe te nemen. De groei van het reële BBP en de productie-indicatoren veranderen van negatief in positief.
Het werkloosheidscijfer blijft meestal hoog. Hoewel het aantal ontslagen afneemt, nemen de ondernemingen nog geen nieuwe voltijdse werknemers in dienst. Als alternatief verhogen zij de overuren en nemen zij tijdelijke werknemers in dienst om aan de groeiende vraag te voldoen.
In de sector huishoudens is de vraag naar goederen en diensten beginnen te groeien. De lage rentetarieven hebben de consumenten ertoe aangezet meer duurzame goederen aan te kopen, die meestal met leningen worden gefinancierd.
Intussen hebben bedrijven geen zwaar materieel besteld of nieuwe fabrieken gebouwd. In plaats daarvan bestellen zij liever wat lichte apparatuur. Zij zijn niet optimistisch genoeg en wachten op een sterkere vraag alvorens meer te investeren.
De groei van de vraag is relatief gering. De inflatie blijft gematigd.
Boom
In deze periode vertoonde de economische bedrijvigheid een sneller groeitempo. De vraag naar goederen en diensten is stevig gegroeid. De inflatiedruk op de economie wordt ook groter.
De bedrijven zijn optimistisch en zien positieve winstvooruitzichten voor de toekomst. Zij breiden hun productie uit en nemen fulltime arbeidskrachten in dienst. Zij beginnen zwaar materieel te bestellen en een nieuwe fabriek te bouwen om aan de grote vraag te voldoen. Als gevolg daarvan is het werkloosheidscijfer gedaald.
Wanneer de economie haar potentiële niveau nadert, begint de inflatie toe te nemen. Het werkloosheidscijfer ligt ook dicht bij zijn natuurlijke niveau.
Bij hun pogingen om de productie op te voeren, worden de bedrijven geconfronteerd met een geringer aanbod van gekwalificeerde arbeidskrachten. Om nieuwe werknemers aan te trekken, begonnen zij de lonen te verhogen. Aan de andere kant onderhandelen werknemers ook over hogere lonen om de verminderde koopkracht van de lonen als gevolg van de hoge inflatie te compenseren.
Bedrijven berekenen hogere productiekosten door in de verkoopprijzen om de winstmarges op peil te houden. Omdat de vraag sterk blijft, maken zij zich geen zorgen over vraaguitval als gevolg van stijgende verkoopprijzen.
Door de stijging van de verkoopprijzen zal het inflatiepercentage uiteindelijk sneller gaan stijgen. Als gevolg daarvan raakt de economie oververhit. Om te voorkomen dat de koopkracht van het geld door de hoge inflatie daalt, voert de overheid een verkrappend beleid.