In de jaren zestig werden nieuwe vezels ontdekt die werkelijk kogelwerende vesten mogelijk maakten. In de vroege jaren ’70, werd de ballistische stof Kevlar van DuPont uitgevonden. De stof was oorspronkelijk bedoeld om de stalen gordels in banden te vervangen, en het was extreem sterk. Waterdichtheid en extra lagen stof werden aan de Kevlar toegevoegd om de vesten duurzamer en draagbaarder te maken. Het National Institute of Justice testte verscheidene jaren versies van Kevlar-vesten en stelde vast dat de vesten de meest voorkomende loden kogels konden tegenhouden: 38 Specials en 22 Long Rifle Bullets.
Een laatste fase van het testen controleerde de effectiviteit van Kevlar pantser. Kevlar pantser bleek een 95% overlevingskans te garanderen na geraakt te zijn door een .38 kaliber kogel met een snelheid van 800 ft/seconde. De kans dat een operatie nodig is na door een projectiel te zijn geraakt, bleek 10% of minder te zijn.
In 1976 kwamen wetenschappers tot de conclusie dat Kevlar kogelwerend, draagbaar en licht genoeg was voor politieagenten om full-time te dragen. Het grappige was dat kogelvrije vesten al commercieel verkrijgbaar waren geworden, zelfs voordat het National Institute of Justice deze beweringen publiceerde.
Sinds die tijd zijn kogelvrije vesten verbeterd. Momenteel weegt een kogelwerend vest van niveau IIIA ongeveer 5,5 pond en kan het de drager beschermen tegen bijna alle handwapenkogels. Volgens de International Association of Chiefs of Police hebben kogelvrije vesten sinds 1987 het leven van meer dan 3.000 agenten gered.