In die tijd werd in recensies van musicals zelden veel aandacht besteed aan de tekst en melodie van de liedjes. Dat gold niet voor de recensies van Americana. In The New York Times schreef Brooks Atkinson dat “Brother, Can You Spare a Dime?” “klagend en donderend” was en “het eerste lied van het jaar dat gezongen kan worden … Mr. Gorney heeft de geest van deze tijd uitgedrukt met meer hartverscheurende angst dan welke prozaïst van die tijd dan ook.” Gilbert Gabriel in New York American schreef: “Gorney en Harburg hebben iets geschreven dat zo ontroerend is dat het met de hele show wegloopt”. De recensie van Theater Arts Monthly stelde dat het lied “de voortschrijdende bombast van onze politieke nachtmerrie met meer effect laat leeglopen dan alle andere satirische sketches van de heer McEvoy bij elkaar”; Variety zei dat “Brother” het enige deel van de show was dat het waard was om geprezen te worden. Harburg schreef later dat het lied hem enkele duizenden dollars opleverde en hem hielp om in de muziekbusiness te starten. Bedrijfsleiders probeerden het van de radio te laten verbannen, omdat ze het lied beschouwden als “een gevaarlijke aanval op het Amerikaanse economische systeem”. Door de populariteit van het liedje hadden ze geen succes. William Zinsser schrijft dat “het lied het nationale geweten zo verscheurde dat radiostations het verboden” omdat het “sympathiek stond tegenover de werklozen”.
Weinig thematische Depression songs waren populair, omdat Amerikanen geen muziek wilden die hen herinnerde aan de economische situatie, maar “Brother, Can You Spare a Dime?” was “de uitzondering die de regel bewees”. In tegenstelling tot andere populaire liedjes uit dezelfde tijd, die over het algemeen vrolijk waren, met titels als “Happy Days Are Here Again” (1929), “On the Sunny Side of the Street” (1930), en “Life Is Just a Bowl of Cherries” (1931), “zette Brother” “woorden en muziek bij wat veel Amerikanen voelden – angst, verdriet, zelfs woede”. Het lied was een van de eerste muzikale werken die de Depressie serieus namen. Het was een van de meest populaire twintig liedjes van 1932 in de Verenigde Staten. Philip Furia en Michael Lasser schreven dat het lied “de Depressie belichaamde voor miljoenen Amerikanen… Geen ander populair lied ving de geest van zijn tijd met zo’n urgentie.” In 2007 schreef Clyde Haberman dat het lied “blijft voortleven als een hymne voor de vertrapten en de vergetenen”. In 2011 schreef Zinsser dat “Brother” “nog steeds in het nationale geheugen blijft hangen; ik kan de spookachtige echo ervan horen in het gezang van de Occupy Wall Street betogers”. In een retrospectief uit 2008 beschreef NPR het als “het volkslied van de Grote Depressie”.
Volgens Meyerson en Ernest Harburg was de uitdaging waarvoor Yip Harburg zich gesteld zag bij het vervaardigen van de tekst “vergelijkbaar met de uitdaging waarmee de straatventer zich geconfronteerd ziet: de individualiteit van het personage en de morele en politieke basis voor zijn claim vast te stellen”. Zij schrijven dat de laatste dit bereikte door geleidelijk intimiteit op te bouwen met de luisteraar, beginnend in derde persoon en overgaand in eerste, tweede, en dan zowel eerste als tweede gecombineerd (“I’m your pal”). De interne rijm helpt de luisteraar herinneren dat de zanger werkte aan een droom, die nu aan diggelen ligt. Ze schrijven ook dat het lied een “meesterwerk van economie” is in de opbouw naar een “climactische bewering van gemeenschappelijkheid en onderlinge afhankelijkheid” in “I’m your pal”. “De muziek en de tekst samen laten ons de stille wanhoop van de zanger voelen.”
Pianist Rob Kapilow merkte op dat de titel “de hele geschiedenis van de Depressie in één enkele zin” is en de luisteraar eindigt “met het voelen van de aloude klacht dat de werkende man niet de beloningen krijgt”. Hij zegt dat Harburg en Gorney dapper waren om deze boodschap te verwoorden in 1932 “toen niemand dit hardop zei”. Furia en Lasser schrijven dat het lied ongebruikelijk is omdat het vertrouwt op een sterk verhaal in plaats van op emotie of beeldspraak. Thomas S. Hischak schreef dat het lied “een van de eerste theaterliederen was met een krachtige sociologische boodschap, en het blijft een van de krachtigste in het genre”. Het lied was de meest prominente culturele representatie van het Bonusleger.