Amnesie, geheugenverlies dat meestal optreedt als gevolg van schade aan de hersenen door trauma, beroerte, ziekte van Alzheimer, alcohol- en drugvergiftiging, of infectie. Amnesie kan anterograde zijn, waarbij gebeurtenissen na het veroorzakende trauma of de veroorzakende ziekte worden vergeten, of retrograde, waarbij gebeurtenissen vóór de veroorzakende gebeurtenis worden vergeten.
De aandoening kan ook worden teruggevoerd op een ernstige emotionele schok, waarbij persoonlijke herinneringen (b.v. identiteit) worden aangetast. Dergelijke amnesie lijkt een psychologische ontsnapping aan of ontkenning van herinneringen die angst kunnen veroorzaken. Deze herinneringen gaan niet echt verloren, omdat ze meestal kunnen worden teruggevonden door psychotherapie of nadat de amnesietoestand is beëindigd.
Soms kan amnesie weken, maanden of zelfs jaren duren, gedurende welke tijd de persoon een geheel nieuw leven kan beginnen. Dergelijke langdurige reacties worden fuga-toestanden genoemd. Wanneer de persoon herstelt, is hij meestal in staat zich de gebeurtenissen van voor het begin te herinneren, maar de gebeurtenissen van de fuga periode zijn vergeten. Posthypnotische amnesie, het vergeten van de meeste of alle gebeurtenissen die zich onder hypnose hebben voorgedaan als reactie op een suggestie van de hypnotiseur, is lang beschouwd als een teken van diepe hypnose.
De vaak voorkomende moeilijkheid om zich ervaringen uit de kindertijd te herinneren, wordt soms aangeduid als amnesie uit de kindertijd.