Wat is Algemene Evenwichtstheorie?
De algemene evenwichtstheorie, of Walrasiaans algemeen evenwicht, probeert de werking van de macro-economie als geheel te verklaren, in plaats van als verzamelingen van afzonderlijke marktverschijnselen.
De theorie werd voor het eerst ontwikkeld door de Franse econoom Leon Walras aan het einde van de 19e eeuw. Het staat in contrast met gedeeltelijke evenwichtstheorie, of Marshallian gedeeltelijk evenwicht, die alleen specifieke markten of sectoren analyseert.
Key Takeaways
- General equilibrium analyseert de economie als geheel, in plaats van het analyseren van afzonderlijke markten zoals bij gedeeltelijke evenwichtsanalyse.
- Algemeen evenwicht laat zien hoe vraag en aanbod op elkaar inwerken en naar een evenwicht neigen in een economie met meerdere markten die tegelijk werken.
- Het evenwicht van concurrerende niveaus van vraag en aanbod in verschillende markten creëert uiteindelijk een prijsevenwicht.
- De Franse econoom Leon Walras introduceerde en ontwikkelde de theorie aan het eind van de 19e eeuw.
Inzicht in de algemeen evenwichtstheorie
Walras ontwikkelde de algemeen evenwichtstheorie om een veelbesproken probleem in de economie op te lossen. Tot op dat moment toonden de meeste economische analyses slechts een gedeeltelijk evenwicht aan – dat wil zeggen de prijs waarbij het aanbod gelijk is aan de vraag en de markt vrij is – op afzonderlijke markten. Er was nog niet aangetoond dat alle markten tezelfdertijd in evenwicht konden zijn.
De algemene evenwichtstheorie probeerde aan te tonen hoe en waarom alle vrije markten op lange termijn naar een evenwicht neigen. Het belangrijke feit was dat de markten niet noodzakelijkerwijs een evenwicht bereikten, alleen dat zij er naar neigden. Zoals Walras in 1889 schreef: “De markt is als een meer dat door de wind in beroering wordt gebracht, waar het water onophoudelijk zijn niveau zoekt zonder het ooit te bereiken.”
De algemene evenwichtstheorie bouwt voort op de coördinerende processen van een vrije markt prijssysteem, voor het eerst op grote schaal gepopulariseerd door Adam Smith’s “The Wealth of Nations” (1776). Dit systeem zegt dat handelaren, in een biedproces met andere handelaren, transacties tot stand brengen door goederen te kopen en te verkopen. Deze transactieprijzen fungeren als signalen naar andere producenten en consumenten om hun middelen en activiteiten af te stemmen op meer winstgevende lijnen.
Walras, een getalenteerd wiskundige, meende te hebben bewezen dat elke individuele markt noodzakelijkerwijs in evenwicht was als alle andere markten ook in evenwicht waren. Dit werd bekend als de Wet van Walras.
De algemeen evenwichtstheorie beschouwt de economie als een netwerk van onderling afhankelijke markten en tracht te bewijzen dat alle vrije markten uiteindelijk naar een algemeen evenwicht toe bewegen.
Bijzondere overwegingen
Er zijn veel aannames, realistische en onrealistische, binnen het algemeen evenwichtskader. Elke economie heeft een eindig aantal goederen bij een eindig aantal agenten. Elke agent heeft een continue en strikt concave nutsfunctie, samen met het bezit van één reeds bestaand goed (het “productiegoed”). Om zijn nut te verhogen, moet elke agent zijn productiegoed ruilen tegen andere goederen die hij moet consumeren.
Er is een gespecificeerde en beperkte reeks marktprijzen voor de goederen in deze theoretische economie. Elke agent vertrouwt op deze prijzen om zijn nut te maximaliseren, waardoor vraag en aanbod voor verschillende goederen ontstaat. Zoals in de meeste evenwichtsmodellen ontbreken in de markten onzekerheid, onvolmaakte kennis of innovatie.
Alternatieven voor de Algemeen Evenwichtstheorie
De Oostenrijkse econoom Ludwig von Mises ontwikkelde een alternatief voor het algemeen evenwicht op lange termijn met zijn zogenaamde Evenly Rotating Economy (ERE). Ook dit was een denkbeeldige constructie en deelde enkele vereenvoudigende veronderstellingen met de algemene evenwichtseconomie: geen onzekerheid, geen monetaire instellingen, en geen ontwrichtende veranderingen in middelen of technologie. Het ERE illustreert de noodzaak van ondernemerschap door een systeem te laten zien waarin er geen bestond.
Een andere Oostenrijkse econoom, Ludwig Lachmann, stelde dat de economie een doorlopend, niet-stabiel proces is dat bol staat van subjectieve kennis en subjectieve verwachtingen. Hij stelde dat evenwicht nooit mathematisch kan worden aangetoond in een algemene of niet-partiële markt. Degenen die door Lachmann zijn beïnvloed, stellen zich de economie voor als een open-einde evolutionair proces van spontane orde.