De American Indian Religious Freedom Act legaliseert traditionele spiritualiteit en ceremonies, waarbij lokale en staatsregelingen die nog in de boeken stonden en Amerikaans-Indiaanse spirituele praktijken verboden, teniet worden gedaan. Amerikaanse Indianen zijn de enige Amerikanen wier religieuze praktijken onder een andere wet vallen dan het Eerste Amendement van de Amerikaanse grondwet.
“In de jaren zeventig onderzocht het Congres beschuldigingen dat Indiaanse religieuze praktijken ernstig werden verstoord, vaak onbedoeld, door staats- en federale wetten en door het optreden van regeringsfunctionarissen. Het Huis van Afgevaardigden bracht een rapport uit dat deze beweringen onderbouwde. In het rapport werd vastgesteld dat Indianen vaak werd belet hun heilige plaatsen te bezoeken, dat hun het gebruik van religieuze sacramenten werd ontzegd en dat zij werden belet diensten te verrichten op hun traditionele manier. In het rapport werd het Congres aanbevolen maatregelen te nemen om de religieuze praktijken van de Indianen te beschermen tegen onnodige overheidsbemoeienis. In 1978 nam het Congres een gezamenlijke resolutie van deze strekking aan, de American Indian Religious Freedom Act (AIRFA). De wet bevat, zoals alle gezamenlijke resoluties, geen strafbepaling die kan worden opgelegd aan overtreders. De AIRFA verklaart echter een beleid dat het Congres heeft toegezegd te zullen voortzetten… Jammer genoeg is de AIRFA niet erg effectief geweest door het ontbreken van een strafbepaling.” -Stephen L. Pevar, De rechten van Indianen en stammen: The Basic ACLU Guide to Indian and Tribal Rights, 1992
Thema Federale-Bestammenrelaties, Inheemse Rechten Regio Noordpoolgebied, Californië, Great Basin, Great Plains, Noordoosten, Noordwestkust, Hoogvlakte, Zuidoosten, Zuidwesten, Subarctisch